Productie blijft prominent in fokdoel

categorie Coöperatie
19
nov
2020
0
Reacties

Het fokdoel is in de afgelopen twintig jaar sterk verbreed. Dit is niet ten koste gegaan van de aandacht voor productie, zo blijkt uit een analyse van de mpr-statistieken van de Coöperatie CRV.

De Coöperatie CRV gaat weer met de leden in gesprek over het fokdoel. De uitkomsten kunnen aanleiding zijn om nieuwe kenmerken te ontwikkelen, de keuringsstandaard aan te passen of de formule voor de NVI te actualiseren. In deze serie tonen we de resultaten van het fokbeleid en volgen we de discussie.

In 2007 werd de NVI als totaalindex geïntroduceerd. In de loop van de jaren zijn steeds nieuwe kenmerken toegevoegd aan de formule waarmee de index wordt berekend. Maar productie heeft hierin altijd een prominente plaats gehouden. Op dit moment bepaalt Inet als economisch kengetal voor de productie van vet en eiwit voor 29 procent de hoogte van de NVI.

Vijftien procent meer eiwit

‘Dat veehouders, ondanks de toenemende aandacht voor andere  kenmerken, altijd sterk zijn blijven selecteren op productieaanleg, blijkt uit de statistieken over de afgelopen vijftien jaar’, toont Gerbrand van Burgsteden, hoofd stamboek en registratie van de Coöperatie CRV. Figuur 1 laat bijvoorbeeld de ontwikkeling zien van de productie in kilogrammen vet van de zwartbonte holsteinkoeien in Nederland. ‘In vijftien jaar tijd is op dit kenmerk een vooruitgang van ruim 10 procent gerealiseerd’, vertelt hij. Eenzelfde beeld komt naar voren uit cijfers over de kilogrammen-eiwitproductie, zoals die zijn weergegeven in figuur 2. Voor dit kenmerk is de stijging zelfs nog groter:

 

 

bijna 15 procent in vijftien jaar tijd. ‘Deze ontwikkeling zien we ook bij de roodbonte holsteins en bij andere rassen. Ook daar is zowel de genetische aanleg voor productie als de gerealiseerde productie in de afgelopen vijftien jaar sterk gestegen’, vult Van Burgsteden aan.

Stroomversnelling door fosfaatbeperking

‘Wat de cijfers ook duidelijk maken, is dat fokkerij niet allesbepalend is’, nuanceert hij de vooruitgang. Terwijl de genetische aanleg voor beide kenmerken een constant stijgende lijn laat zien, is de werkelijke productie meer aan schommelingen onderhevig. ‘Zo daalde de productie per koe in aanloop naar het einde van de melkquotering, om na 2015 weer sterk te stijgen. En de invoering van een beperking op de fosfaatproductie heeft in 2017 voor een stroomversnelling gezorgd.’

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *