Bij de fokwaardeschatting van april 2021 worden aanpassingen gedaan bij vruchtbaarheid, uiergezondheid, karakter, melksnelheid en levensvatbaarheid.
Tevens wordt voor het ras Lakenvelder de verwantschapsgraad van stieren beschikbaar gemaakt.
Vruchtbaarheid
Bij de fokwaardeschatting voor vruchtbaarheid zijn de volgende aanpassingen doorgevoerd:
- De fokwaarde open dagen wordt voor het eerst berekend. Het kenmerk open dagen is het aantal dagen tussen kalfdatum en de datum dat de koe drachtig is geworden.
- De berekening van de fokwaarde drachtpercentage is aangepast, door rekening te houden met de invloed van de stier waarmee geïnsemineerd is. Dit effect wordt toegevoegd om rekening te houden met het bevruchtend vermogen van een gebruikte stier.
- De vruchtbaarheidsindex wordt voortaan berekend uit de kenmerken interval afkalven tot eerste inseminatie (IAI) en interval 1e inseminatie tot laatste inseminatie (IEL): Vruchtbaarheidsindex = 0,322 * fokwaarde IAI + 0,786 * fokwaarde IEL. De nieuwe wijze van berekening van de vruchtbaarheidsindex levert nagenoeg dezelfde waarde als de huidige vruchtbaarheidsindex, die wordt bepaald door IEL en tussenkalftijd. De reden van de aanpassing is dat voortaan de fokwaarde voor tussenkalftijd niet meer via Interbull beschikbaar is voor de buitenlandse stieren.
Voor de genomic fokwaarden zijn de toegevoegde betrouwbaarheden aangepast op basis van nieuwe validaties (zie tabel 1).
Uiergezondheid
Bij uiergezondheid wordt voortaan voor de Holsteinstieren de fokwaarde voor klinische mastitis naar Interbull opgestuurd in plaats van de index voor uiergezondheid. Voor stieren die een Interbull fokwaarde gepubliceerd krijgen voor uiergezondheid wordt de index gebaseerd op de omgerekend klinische mastitis en een fokwaarde voor subklinische mastitis, die is afgeleid uit de fokwaarde voor celgetal en klinische mastitis.
Voor de genomic fokwaarden zijn de toegevoegde betrouwbaarheden aangepast op basis van nieuwe validatie (zie tabel 1)
Karakter
Bij karakter is het effect van leeftijd bij afkalven aan het model toegevoegd.
Voor de genomic fokwaarden zijn de toegevoegde betrouwbaarheden aangepast op basis van nieuwe validaties (zie tabel 1)
Melksnelheid
Bij melksnelheid is het effect van maand van afkalven aan het model toegevoegd.
Voor de genomic fokwaarden zijn de toegevoegde betrouwbaarheden aangepast op basis van nieuwe validaties (zie tabel 1).
Levensvatbaarheid
Bij levensvatbaarheid wordt bij de fokwaardeschatting voortaan rekening gehouden met het geslacht van het geboren kalf. Met deze aanpassing wordt de fokwaardeschatting robuuster wanneer het gebruik van gesext sperma toeneemt.
Voor de genomic fokwaarden zijn de toegevoegde betrouwbaarheden aangepast op basis van nieuwe validaties (zie tabel 1)
AMS/melkrobotkenmerken
Bij de fokwaardeschatting voor AMS-kenmerken zijn de volgende aanpassingen doorgevoerd:
- De effecten pariteit maal dagen in melk op moment van de melking en maand van kalven zijn uitgebreid met jaar van afkalving. Daarmee zijn deze effecten over de tijd beter in staat veranderingen op te pakken.
- Toevoegen van de extra selectie-eis voor het kenmerk AMS-efficiëntie waarbij een dier minimaal 1 observatie in lactatie 1 moet hebben.
Tabel 1: Betrouwbaarheden voor genomic fokwaarden voor dieren met een betrouwbaarheid van het oudergemiddelde van 30 procent.
| Kenmerk | huidige btbh | Nieuwe btbh | verschil |
| Interval afkalven 1e inseminatie | 0.62 | 0.71 | 0.09 |
| Tussenkalftijd | 0.59 | 0.59 | 0.00 |
| Interval 1e-laatste inseminatie | 0.44 | 0.49 | 0.05 |
| Drachtpercentage | 0.33 | 0.60 | 0.27 |
| Drachtpercentage pinken | 0.52 | 0.48 | -0.04 |
| Leeftijd 1e inseminatie | 0.54 | 0.55 | 0.01 |
| Open dagen | – | 0.58 | 0.58 |
| Levensvatbaarheid geboorte | 0.30 | 0.53 | 0.23 |
| Levensvatbaarheid afkalven | 0.47 | 0.56 | 0.09 |
| Melksnelheid | 0.70 | 0.79 | 0.09 |
| Karakter | 0.46 | 0.59 | 0.13 |
| Subklinische mastitis | 0.55 | 0.56 | 0.01 |
| Klinische mastitis | 0.48 | 0.50 | 0.02 |
Verwantschapsgraad
Voor de Lakenvelder KI-stieren zijn voortaan de verwantschapsgraden beschikbaar. De verwantschapsgraad geeft aan in welke mate een stier gerelateerd is aan de huidige levende vrouwelijke dieren van het betreffende ras.
Interbull
Mexico doet niet langer mee voor de Holstein evaluatie. Italië doet voor het eerst mee met Jerseys voor celgetal en mastitis met celgetal als voorspeller. Duitsland doet niet langer mee met Red Dairy Cattle voor mastitis met celgetal als voorspeller. Daarnaast heeft Duitsland een aanpassing gedaan in de evaluatie voor melksnelheid. Deze fokwaarde was eerder een combinatie van gemeten melksnelheid en subjectieve score van melksnelheid en dat wordt nu enkel bepaald door gemeten melksnelheid. De erfelijkheidsgraad voor dit kenmerk is 0,25.
Geef een reactie