Wat is de beste indicator voor levensduur?

categorie AEU-blog
2
aug
2018
0
Reacties

Veel veehouders willen graag koeien fokken die lang mee kunnen gaan. Maar welk cijfer gebruik je daar het best voor: de fokwaarde levensduur of de aanhoudingspercentages?

De fokwaarde levensduur is een maat voor hoeveel dagen de dochters van een stier langer of korter zullen blijven lopen op een bedrijf. De fokwaarde is een voorspelling voor de toekomst en houdt rekening met verstorende invloeden.
De aanhoudingspercentages geven aan hoeveel dochters van een stier daadwerkelijk een bepaalde periode hebben overleefd. De aanhoudingspercentages zijn ongecorrigeerde gemiddelden die terugkijken. Hiermee kun je geen voorspelling voor de toekomst maken.

 

Veel koeien afgevoerd door fosfaatwetgeving

Voor de fokkerij is het van belang om naar fokwaarden te kijken, maar er is vanuit de sector ook veel belangstelling voor aanhoudingspercentages. Laten we eens kijken naar een paar voorbeelden hoe veel aanhoudingspercentages kunnen fluctueren.

Door de wetgeving rondom fosfaatproductie zijn de managementomstandigheden in 2017 vrij acuut veranderd. Veel melkveehouders moesten meer koeien gedwongen afvoeren dan normaalgesproken. In tabel 1 zijn de aanhoudingspercentages voor de kalfjaren 2015 tot en met 2017 weergegeven per 12 maanden overleving en de gerealiseerde levensduur over 72 maanden. Voor de dieren die hebben gekalfd in 2015 en 2016 zien we dat de aanhoudingspercentages vrijwel hetzelfde zijn. De gerealiseerde levensduur van deze dieren is 1140 dagen. Voor 2017 zien we dat in alle leeftijdscategorieën meer dieren zijn afgevoerd ten opzichte van de voorgaande jaren. De aanhoudingspercentages zijn in de meeste categorieën 3 tot 4 procent lager. Dit zorgt ervoor dat de gerealiseerde levensduur is gedaald met 66 dagen naar 1074 dagen.
Dit komt ook goed overeen met de waargenomen daling van de afvoerleeftijd van stamboekkoeien in de CRV-jaarstatistieken van 2017.

Tabel 1. Aanhoudingspercentages op 12, 24, 36, 48, 60 en 72 maanden en levensduur tot en met 72 maanden (in dagen) voor dieren gekalfd in 2015 – 2017

Kalfjaar 12 mnd 24 mnd 36 mnd 48 mnd 60 mnd 72 mnd levensduur
2015 90 76 60 43 27 16 1140
2016 89 76 60 43 28 16 1140
2017 86 72 56 40 25 15 1074

 

Veranderde aanhoudingspercentages

Door wetgeving is in 2017 de gemiddelde afvoerleeftijd van de koeien dus gedaald. Maar dit heeft ook direct gevolgen voor de aanhoudingspercentages van stieren. De aanhoudingspercentages van stieren die in 2017 dochters aan de melk hadden zijn gedaald ten opzichte van eerdere jaren. Bij oude stieren (waarvan nagenoeg alle dochters afgevoerd zijn) zijn de aanhoudingscijfers daarentegen niet veranderd. Is het dan wel eerlijk om stieren te vergelijken op basis van aanhoudingscijfers? De stier zelf is niet veranderd, en ook de koeien niet, maar wél de managementomstandigheden. In de fokwaardeschatting wordt juist rekening gehouden met storende invloeden, zoals jaar en seizoen van eerste keer afkalven, lactatiestadium en leeftijd bij eerst afkalving. Daarmee is het mogelijk om stieren op basis van de fokwaarde te vergelijken over de tijd heen, maar ook over bedrijven heen.

 

Aanhoudingspercentages op stierniveau

Laten we er ook een stier met veel dochters als voorbeeld bij pakken om te zien hoe de aanhoudingspercentages ook op stierniveau. Delta Atlantic is een van de meest gebruikte stieren van de afgelopen jaren en heeft inmiddels ruim 40 duizend dochters aan de melk. De eerste Atlantic-dochters hebben in 2012 voor het eerst gekalfd en konden inmiddels 60 maanden productief zijn. In tabel 2 zien we dat de aanhoudingpercentages dalen, voor de aanhouding op 12 maanden van 92 naar 88%, voor 24 maanden van 82 naar 76%, en voor 48 maanden van 57 naar 45%. Deze dalingen zijn het gevolg van de extra afvoer in 2017 door het fosfaatreductieplan. Stel dat de vijf kalfjaren identieke broers van Atlantic voorstellen, dan zullen de fokwaarden nagenoeg hetzelfde zijn, maar de aanhoudingspercentages verschillen nogal.

 

Tabel 2. Aanhoudingspercentages op 12, 24, 36, 48 en 60 maanden na eerste afkalving voor Delta Atlantic per kalfjaar als vaars.

Kalfjaar vaarzen Aantal dochters 12 mnd 24 mnd 36 mnd 48 mnd 60 mnd
2012 140 95 85 74 57 38
2013 807 92 83 64 45
2014 3428 93 82 63
2015 3654 92 76
2016 14067 88

 

Voor Delta Atlantic is dus duidelijk zichtbaar dat de aanhoudingspercentages veranderen per kalfjaar van de vaarzen. In de fokwaardeschatting wordt rekening gehouden met dergelijke grote, maar ook minder grote verstorende invloeden. En er wordt rekening mee gehouden of een koe op een bedrijf staat met veel afvoer of juist weinig afvoer. Om stieren op een eerlijke manier met elkaar te vergelijken, is het daarom beter om naar de fokwaarde te kijken.

 

Conclusie

Door managementomstandigheden kunnen aanhoudingspercentages fluctueren. Die fluctuaties zijn groot bij ingrijpende veranderingen, zoals door de extra afvoer vanwege het fosfaatreductieplan. De fokwaarde levensduur houdt rekening met dergelijke omstandigheden. De fokwaarde levensduur is een voorspelling van de prestaties van volgende generaties, terwijl aanhoudingspercentages alleen maar terugkijken.

 

Meer weten?

Wilt u meer weten over fokwaarde levensduur in vergelijking met aanhoudingscijfers? Of over de veranderingen die de fokwaarde levensduur in april 2018 heeft ondergaan? Lees dan deze veelgestelde vragen over levensduur.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *