Het Studie- en Documentatiecentrum voor Vlaamse Rundveerassen ( SDVR )

19
mei
2020
0
Reacties

Om de instandhouding van de Vlaamse lokale rassen te garanderen werd in 1997 het Studie- en Documentatiecentrum voor Vlaamse Rundveerassen (SDVR) opgericht. Het SDVR functioneert als onderdeel binnen CRV Vlaanderen.

Bepaalde lokale rundveerassen zijn met uitsterven bedreigd doordat het economisch gezien interessanter is om meer productieve rassen te houden. Het behoud van genetische diversiteit van traditionele rundveerassen is evenwel een basis voor het behoud van diversiteit op het platteland.

De meeste Vlaamse rundveebedrijven kiezen voor gespecialiseerde rundveerassen, hetzij melkvee met een sterke invloed van het holsteinbloed, hetzij vleesvee van het witblauw vleestype of andere buitenlandse vleesrassen. Daardoor zijn de oude Vlaamse rassen in de verdrukking geraakt en met uitsterven bedreigd. Momenteel heeft de instandhouding betrekking op vier rassen: het wit-rode ras van Oost-Vlaanderen, het rode dubbeldoel en rode vleestype van West-Vlaanderen, het witblauw dubbeldoel van Vlaams-Brabant en sinds 2013 het Kempens roodbont ras.

Vanaf 2004 zette Europa het licht op groen om subsidies te verlenen voor de instandhouding van deze rassen. De subsidie wordt toegekend in het kader van een vijfjarige verbintenis. De subsidie bedraagt jaarlijks € 150 per vrouwelijk rund vanaf de ouderdom van 6 maanden of € 175 per dier onder MPR. Met deze ondersteuning willen Europa en de Vlaamse overheid het economisch rendement van de moderne hoogproductieve koeien en de oorspronkelijke Vlaamse rundveerassen dichter bij elkaar brengen.

Ter informatie de aantallen betreffende de overeenkomsten die dit jaar werden afgesloten: bij het wit-rode ras onderschreven 22 bedrijven een overeenkomst voor 1322 dieren, bij het rode ras deden 19 bedrijven met 831 dieren dit, bij het witblauw dubbeldoelras 19 bedrijven met 1289 dieren en bij het Kempens roodbontras 6 bedrijven met 381 dieren.

Klik hier voor meer informatie over SDVR


Korte beschrijving van de rassen

Rood ras

Rond 1770 was er al sprake van een homogeen fokcentrum van het rode dubbeldoelras. Eind jaren zeventig werd het rood ras opgesplitst in een vleesras en een dubbeldoelras dat vooral terug te vinden is in West-Vlaanderen. De haarkleur is eenvormig donkerrood, witte vlekken aan de kop, buik, poten en staart is toegestaan. In 2012 werd het vlees van dit ras erkend als streekproduct en in 2019 als Europese Beschermde Oorsprongsbenaming (BOB). Momenteel zijn er nog een 1300-tal dieren geregistreerd.

Wit-rood ras

Het wit-rode ras gaat voor zijn oorsprong terug tot het midden van de 16e eeuw en was in die tijd sterk verwant aan het ayrshireras. Het is een typisch dubbeldoelras met vrij goede melk- en vleeseigenschappen en komt vooral voor in Oost-Vlaanderen. De haarkleur is overheersend wit met een rode kleur op de kop en de voorhand en rode vlekken over de middenhand. Momenteel zijn er nog een 2200-tal dieren geregistreerd.

Witblauw mixte ras

Op het einde van de 19e eeuw ontstond het ras uit een kruising van een melkras met durhamvee. Vandaag is dit ras voor het merendeel uitgegroeid tot een witblauw vleesras. Het wordt hoofdzakelijk gefokt in het Pajottenland en in de streek rond Leuven en Tienen. De haarkleur is witblauw of wel volledig wit. Momenteel zijn er nog een 2300-tal dieren geregistreerd.

Kempens roodbont ras

Aan het einde van de vorige eeuw werd Nederlands mrij-vee ingezet om het roodbont Kempens vee, een slecht ontwikkeld landras uit de Kempen, te verbeteren. Het Kempens roodbonte ras heeft door zijn geschiedenis vele raakvlakken met het Nederlandse mrij-ras. Het zijn witte dieren met rode tot donkerrode vlekken. In 2012 werd het stamboek opnieuw opgericht nadat het al 40 jaar opgeheven was. Momenteel zijn er al een 580 dieren geregistreerd, waarvan de helft via fenotypische keuring.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *