Bwb mixte in de zon

25
mrt
2021
0
Reacties
Op de recente nationale keuring tijdens Agribex behaald Thijs en Dirk Rummens de kampioenstitel bij de gekalfde vaarzen met Mila in de Zon. ©Agribex

Onder de SDVR-rassen (Studie- en documentatiecentrum voor Vlaamse rundveerassen) is bwb mixte een speciaal geval. Waar de overige rassen (Belgisch witrood, West-Vlaams rood en Kempisch roodbont) enkel in Vlaanderen te vinden zijn, is het bwb mixte ook terug te vinden in Wallonië en Noord-Frankrijk.

Die verspreiding over verschillende gebieden zorgt ervoor dat er toch sprake is van een behoorlijke populatie, hoewel er een duidelijk verschil is in fokdoel tussen de verschillende regio’s. Tijd voor een verdiepingsslag van dit ras.

Hoeve in de zon

Die maken we op ‘Hoeve in de zon’ van Thijs (29) en Dirk (59) Rummens te Vissenaken. Op deze boerderij molken al verschillende generaties na elkaar van oudsher altijd Belgisch witblauwen. ‘Oorspronkelijk was de opsplitsing tussen vlees en dubbeldoel er niet. Deze kwam er pas in de loop van de jaren zeventig’, vertelt Dirk.

Toen Dirk het bedrijf in ’89 overnam, bestond het uit een varkens-, een akkerbouw- en een melkveetak. Dirk bouwde de varkenshouderij af en het melkquotum van 60.000 kg melk werd doorheen de jaren uitgebouwd tot 600.000 kg melk. ‘In 2000 kwam er een nieuwe stal en de omschakeling naar holstein speelde wel in de gedachten’, vertelt Dirk. ‘Maar rond die periode ontstond SDVR en werden premies verstrekt. Die maakten de keuze om bij het ras te blijven gemakkelijker.’

In 2013 werd de stal verder uitgebreid en in 2015 kwam zoon Thijs mee in het bedrijf en werd ook de verbintenis met SDVR voor 5 jaar vernieuwd. ‘Ook toen ik mee in het bedrijf stapte, is de keuze om bij bwb mixte te blijven bewust en weloverwogen gemaakt’, vertelt Thijs.

Uitgesproken ambitie

Vandaag melken de gedreven veehouders een 95 bwb mixtes (inclusief droogstaande koeien) en streven daarbij een hoge productie na. Met een rollend jaargemiddelde van 6.386 kg melk met 3,66% vet en 3,41% eiwit zitten ze ver boven het rasgemiddelde, maar de ambities reiken verder. ‘Groeien in koeien is voor ons niet direct een optie, mijn vriendin gaat buitenshuis werken en dat blijft zo’, geeft Thijs aan. ‘Willen we dus meer melk produceren, dan moet het komen van een productiestijging bij de koeien.’

Die uitgesproken ambitie valt meteen op in de stal. Met veel trots tonen Dirk en Thijs de kampioene bij de vaarzen op de nationale prijskamp tijdens Agribex in 2019. Maar met nog meer trots stellen ze de échte stalfavoriete voor, de productiefste koe van de stal, die nooit op prijskampen zal schitteren.

Verschillende fokdoelen

Dat brengt ons terug bij het ras. Zoals eerder aangehaald, is er over de verschillende regio’s (Vlaanderen, Wallonië, Noord-Frankrijk) een verschillend fokdoel. Waar Frankrijk en Wallonië meer naar vleestype evolueren, streven Vlaamse mixtefokkers meer naar het melktype. ‘En onder de Vlaamse fokkers neigen wij nóg wat meer naar het melktype’, lacht Dirk.

Melktype en vleestype. Het dikbilras Belgisch witblauw dankt zijn dubbele bespiering aan het Mh-type, het myostatinegen dat de bespiering reguleert en niet correct meer werkt. Dat Mh-type komt ook in het bwb mixte voor en zorgt dus voor extra bespiering. Dat proberen Thijs en Dirk te vermijden, omdat dit enerzijds gepaard met moeilijkere geboorten en anderzijds ook een weerslag heeft op de productie.

Hoewel er dus ki-stieren uit Wallonië en Frankrijk beschikbaar zijn, is het dus toch zoeken naar het gewenste +/+-type. ‘Volgens ons is het bestaansrecht van de mixtes de melkproductie’, verduidelijk Dirk. ‘In de omgeving hebben we fokkers zien afhaken omwille van de productie. Als we erin slagen om de productie verder te verhogen, doet dat de kansen voor het ras toenemen.’ ‘Onze bedrijfsleiderskring telde vroeger alleen mixtefokkers’, voegt Thijs toe. ‘Op vandaag zijn we nog slechts met een aantal.’

Bwb mixte in biologische landbouw

Kansen voor het ras zien Dirk en Thijs in het GLB. ‘Er is een streefdoel van 25% biologische landbouw in 2030. Bwb mixte past daar perfect in. Op vandaag gebruiken we 15 ha natuurgras. Voor de intensievere rassen past dit niet in het rantsoen, onze mixtes kunnen dit wel verwerken.’

Met mais, gras, perspulp en draf, aangevuld met een beetje soja wordt een eenvoudig rantsoen in de krib geserveerd. Daarnaast wordt in de krachtvoerautomaat tot maximaal 4 kg krachtvoer versterkt op het bedrijf Rummens. ‘Eenvoud en gezonde koeien, dat typeert het ras wel. Slepende melkziekte kennen wij niet en klauwen bekappen doen we nauwelijks,’ geeft Thijs aan.

Daarnaast blijkt het ras ook bijzonder duurzaam te zijn. ‘Tot een paar jaar geleden selecteerden we heel sterk in de vaarzen, maar nu houden we gewoon minder vaarskalveren aan’, gaat Thijs door. ‘De gemiddelde leeftijd van onze koeien is volgens Levensduur Duurzame Zuivelketen nu 5 en 11 maanden en deze gaat nog steeds omhoog.’

Als afvoerreden komt nog wel eens de uier naar voren. De uiergezondheid is prima, maar de uiers worden soms te ruim. Vroeger werden meer koeien omwille van de productie afgevoerd. Nu is er meer uniformiteit in de veestapel en de vaarskalveren worden op Hoeve in de zon ook bij de geboorte geselecteerd. Maximaal 35 worden er aangehouden, flink selecteren dus, aangezien de kalvingsindex 1,2 bedraagt en er dus zo’n 115 kalveren geboren worden.

Ontbrekende indexen

Het bwb mixte is dus een ideaal ras dat past binnen de visie van het GLB en biologische veehouderij. Biologische veehouderij, want dit ras kalft natuurlijk af. ‘Het vraagt wel wat aandacht, op vaarzen gebruiken we sowieso +/+-stieren en ze kalven ook iets later af, namelijk op 27 maanden. Maar we mogen geruststellen dat 70% zonder hulp kalft, dat ligt niet ver van holstein af.’

Over selectie zijn Thijs en Dirk wat kritischer. Vooral over indexen, of het ontbreken daaraan. CRV koopt jaarlijks 3 mixtestieren aan en vanuit Frankrijk en Wallonië is er ook wat aanbod. Bloedspreiding en inteelt vallen dus wel mee, maar het ontbreekt wel aan gegevens, indexen. ‘Genomics zoals bij holstein kennen wij helaas niet. De populatie is ook klein’, beseffen Thijs en Dirk. ‘Toch zou het welkom zijn, mochten er meer stieren alsnog afgetest kunnen worden.’

‘Misschien is het gebrek aan indexen wel nog eens zegen om de inteelt onder controle te houden. Aangezien we niet kunnen opmaken welke de betere fokstieren zijn, passen alle mixtefokkers een breed stiergebruik toe’, klinkt het wat cynisch bij Dirk. Want we komen zo terug bij het begin: aan ambitie en toekomstvisie geen gebrek bij Thijs en Dirk. Ze willen grenzen verleggen, willen de producties optrekken. Maar een doorgedreven genetische vooruitgang zoals bij holstein is niet mogelijk. Toch zijn Dirk en Thijs hoopvol voor de toekomst. ‘Het ras heeft vele kwaliteiten en die moeten we maximaal benutten. Gecombineerd met de financiële steun vanuit SDVR kan het bwb mixte nog steeds de concurrentie met holstein aan.’

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *